Leren binnen Jenaplan

Leren is meer dan alleen kennisoverdracht en daarom hebben we bij de Keerkring een aanpak die past in de samenleving van de toekomst! Kinderen voorbereiden op een wereld die steeds uitdagender wordt doen we niet enkel met een hoge score op taal of rekenen. Leren is meer. Hier leggen we kort uit hoe wij het aanpakken op de Keerkring.

We willen kinderen leren om zich te kunnen ontwikkelen tot ondernemende mensen, die kunnen plannen en samenwerken. Mensen die iets kunnen creëren en dat kunnen presenteren. Mensen die leren nadenken over hun inbreng, kunnen reflecteren en die verantwoordelijkheid willen en kunnen dragen.

Kortom we leren kinderen: ondernemen, plannen, samenwerken, creëren, presenteren, reflecteren, verantwoorden, zorgen voor, communiceren en respecteren. Dit zijn de essenties van het Jenaplanonderwijs.

Kinderen leren dit alles op de Keerkring in een ritmisch weekplan waarin vier basisactiviteiten elkaar dagelijks afwisselen, te weten: gesprek, werk, spel en viering. Hierbij zijn het hart, het hoofd en de handen onze gereedschappen om aan het werk te gaan en te leren.

Leren van en met elkaar

Op de Keerking ontmoeten kinderen elkaar in heterogene groepen. Dit houdt in dat kinderen van verschillende leeftijdsgroepen samen een stamgroep vormen.

Als je van de onderbouw naar de middenbouw gaat ga je gewoon verder met leren waar je in de vorige stamgroep gebleven bent. De jongsten in de middenbouw beginnen na de zomervakantie niet voor het eerst met lezen. Er zijn kinderen die al kunnen lezen en schrijven en er zijn kinderen die daar nog niet aan toe zijn. De hele stamgroep voelt zich verantwoordelijk voor het leren van ieder kind in de stamgroep. Daar helpen we elkaar ook bij. Samen maken we plannen en voeren we die uit. Kinderen leren enorm veel van elkaar en daar maken wij graag gebruik van.

Leren is een ingewikkeld proces. Aan de stamgroepleiders en opvoeders de taak om er voor te zorgen dat de kinderen veel leerkansen krijgen. Kinderen zien andere kinderen als voorbeeld en willen ook kunnen wat andere kinderen kunnen. Mensen willen het van nature graag goed doen. Dat gaat het beste in een omgeving waar je uitgedaagd wordt en waar je je veilig voelt. De stamgroep is de thuisgroep. Daar mag je zijn wie je bent, daar deel je lief en leed en voel je je thuis.

De ervaringen staan centraal

Bij de projecten die standaard als werkvorm bij ons het dagelijks onderwijs bepalen luisteren we naar inbreng van de kinderen. Op deze manier krijgt het thema de juiste inhoud. Kinderen weten zelf het best waar ze iets over willen leren binnen een project. De intrinsieke motivatie is bij de mens de grootste drijfveer!

In ons leerlingvolgsysteem kijken we naar het welbevinden, de betrokkenheid en de competenties. We verwerken de gegevens in een groeidocument voor en met de kinderen. Het gaat over de ontwikkeling van het kind zelf waarbij we de verbondenheid beschrijven: dat wil zeggen de relatie met jezelf, de relatie met de ander en de relatie met de wereld.

Verantwoordelijkheid bij het kind

We voeden kinderen op tot mensen die zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en voor de groep. Het is onze ervaring dat mensen anders worden als ze verantwoordelijkheid krijgen.

We willen kinderen laten vertellen waarom ze doen wat ze doen en waarom ze het zó doen.

Dit betekent: